- De Japanse centrale bank trakteerde financiële markten vlak voor kerst op een grote verrassing.
- Het beleid om rentes van Japanse staatsobligaties op financiële markten kunstmatig te drukken, werd versoepeld.
- Als Japan in 2023 rentes verder laat stijgen, kan dat grote gevolgen hebben voor de Japanse yen, signaleert valuta-expert Joost Derks van iBanFirst.
ANALYSE – In de financiële wereld gaat 2022 de geschiedenis in als het jaar waarin centrale banken het rentepedaal onverwacht diep in moesten trappen. In de Verenigde Staten heeft de Federal Reserve de beleidsrente omhoog geschroefd van 0,25 naar 4,5 procent. Dat is het hoogste niveau sinds de financiële crisis van 2008.
De Europese Centrale Bank doet met een verhoging van 0 naar 2,5 procent ook aardig mee. Maar ondertussen bleef het opvallend stil in Japan. Totdat de centrale bank van dit land vlak voor de kerst in actie kwam.
Dat deed gouverneur Harukhiko Kuroda van de Bank of Japan (BoJ) niet via het verhogen van de beleidsrente. Die staat al sinds 2016 op minus 0,1 procent, in een poging om de zeer lage Japanse inflatie weer in leven te wekken.
De Japanse centrale bank hanteert sinds 2016 ook een beleid om de marktrente voor Japanse staatsobligaties dicht bij de nul procent te houden. Dat doet de centrale bank via het opkopen van staatsobligaties, als de rente boven de bandbreedte van minus 0,25 tot plus 0,25 terecht komt.
Vorige week heeft de centrale die bandbreedte iets vergroot van minus 0,5 procent tot plus 0,5 procent. Op de Japanse obligatiemarkt schoot de 10-jaars staatsrente hierop omhoog tot bijna 0,5 procent.
Kleine bijstelling, grote gevolgen
De beleidswijziging waarbij de marktrentes van Japans staatspapier een fractie mogen stijgen, lijkt niet heel extreem. Maar op financiële markten waren de gevolgen even niet te overzien.
De Japanse Nikkei 225-aandelenindex ging afgelopen week hard onderuit. Een belangrijke reden is dat het vooruitzicht van een hogere rente slecht nieuws is voor aandelen, zoals beleggers in de westerse wereld dit jaar al gemerkt hebben.
Ook op andere vlakken heeft de aanpassing van het Japanse rentebeleid gevolgen. Veel partijen maken gebruik van de extreem lage rente door in Japan geld te lenen en dat elders ter wereld tegen hoger rendement te investeren. Als de Japanse rente stijgt, wordt deze zogeheten carry trade een stuk minder lucratief. In dat scenario verkopen handelaren hun posities, om de schulden in Japan af te lossen.
Op valutamarkten zorgde de beslissing van de Japanse centrale bank ervoor dat de Japanse yen met bijna 5 procent omhoog schoot tegenover de dollar. Dat is een indrukwekkende ommekeer na een koersdaling van 30 procent sinds eind 2020.
De grote vraag is of dit een eenmalige schok is, of het begin van een echte koerswijziging. Er zijn twee factoren die erop wijzen dat het laatstgenoemde scenario het meest waarschijnlijk is.
In de eerste plaats heeft het er alle schijn van dat de grenzen zijn bereikt van het Japanse beleid om staatsobligaties te laten opkopen door de centrale bank. De Bank of Japan heeft namelijk meer dan de helft van de totale staatsschuld van het land op de balans staan. De handel in Japanse staatsobligaties dreigt hierdoor ontwricht te raken.
Bovendien heeft de centrale bank zijn doelstelling in ieder geval tijdelijk behaald. Alles wijst erop dat hogere energie- en voedingsprijzen de inflatie in november hebben opgestuwd tot bijna 4 procent. Dat is kinderspel bij wat er in Europa en de Verenigde Staten gebeurt, maar in Japan is dat het hoogste niveau in veertig jaar.
Toch weet niemand welke weg de Bank of Japan in 2023 inslaat. President Kuroda van de centrale bank treedt namelijk komend voorjaar af. De Japanse premier Fumio Kishida gaat binnenkort een opvolger voordragen. Als die de beleidswijziging van Kishida doorzet, kan dat de Japanse yen in het nieuwe jaar vleugels geven.
Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld.